De 31-jarige homoseksuele Pakistaanse vluchteling Ali heeft sinds 2019 een relatie met zijn partner Radja, die ook gevlucht is uit Pakistan. Toen beiden nog in de asielprocedure zaten, gingen zij een geregistreerd partnerschap aan. Toch bleek eerder deze maand dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) had besloten om Ali uit te zetten. Zijn homoseksualiteit werd niet aanneembaar geacht, ondanks zijn geregistreerde partnerschap.

De zaak werd onder de aandacht gebracht door LGBT Asylum Support, een stichting die zich inzet voor homoseksuele vluchtelingen. Ook de PvdA is op de hoogte van de zaak en stelde Kamervragen. Volgens de stichting stuurde demissionair Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Erik van der Burg (VVD) de volgende reactie op een spoedbrief van de stichting: “Hoewel er een zeker gewicht wordt toegekend aan een eventueel huwelijk of geregistreerd partnerschap, maakt het enkele gegeven dat sprake is van een geregistreerd partnerschap (…) nog niet dat de seksuele gerichtheid daarmee per definitie geloofwaardig wordt geacht. Dit geldt te meer nu er geen inhoudelijk onderzoek verbonden is aan een geregistreerd partnerschap.”

Ook de rechter volgde die redenatie in een zaak die Ali had aangespannen om zijn uitzetting te voorkomen. Toch waren er wel degelijk bewijzen dat de twee homoseksueel zijn. Zo runden ze een LGBT+-café in het asielzoekerscentrum van Hoogeveen en was een kennis uit de sportschool bereid om over hun zichtbare liefde aldaar te getuigen, meldt RTV Drenthe.

De IND lijkt echter niet van gedachte te willen veranderen. LGBT Asylum Support zegt dat Ali zonder documenten is uitgezet. Radja maakt zich dan ook grote zorgen over het lot van zijn partner, wanneer die in Pakistan aankomt. Homoseksualiteit is daar strafbaar.