Mocht het wetsvoorstel van onafhankelijk parlementslid Raad Al-Maliki worden aangenomen, dan zouden relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht in Irak bestraft kunnen worden met de doodstraf of lange gevangenisstraffen. Het wetsvoorstel heeft ook betrekking op transgender vrouwen. Het “imiteren van een vrouw” zal bestraft moeten worden met drie jaar cel of een boete van meer dan 7000 euro. Dit wordt in de wet gedefinieerd als het dragen van make-up en dameskleding of ‘als vrouw verschijnen’ in het openbaar.

Human Rights Watch (HRW) bekritiseert het wetsvoorstel. De mensenrechtenorganisatie maakt zich zorgen over het toenemende anti-LGBT+-geweld in het land, iets waar de regering volgens LGBT+-onderzoeker Rasha Younes olie op het vuur gooit. Zo verbood de regering deze zomer het gebruik van “homoseksualiteit” in de media. Dit woord moet vervangen worden door “seksuele afwijking”.

Younes zegt: “De Iraakse regering is er niet in geslaagd discriminatie aan te pakken. In plaats daarvan heeft de regering anti-LGBT+-sentimenten door middel van op ‘moraliteit’ gebaseerde wetgeving gepromoot die geweld en discriminatie aanwakkert tegen gemarginaliseerde seksuele en genderminderheden. De Iraakse regering moet de voorgestelde anti-LGBT+-wet onmiddellijk laten varen en een einde maken aan de cyclus van geweld en straffeloosheid tegen LGBT+-personen.”

Hoewel homoseksualiteit in Irak niet officieel verboden is, is de acceptatie er laag. LGBT+-personen krijgen geregeld te maken met discriminatie en geweld. Als reactie op de recente koranverbrandingen in Scandinavische landen zijn er de afgelopen tijd regelmatig regenboogvlaggen in de fik gestoken. Politici gebruiken weerstand tegen LGBT+-emancipatie dan ook als een vruchtbaar onderwerp om zich af te zetten tegen het Westen. Ook zijn er gevallen bekend waarbij gewapende milities LGBT+-personen mishandelen.