Het nieuwe Wetboek van Strafrecht werd in 2019 al goedgekeurd, maar treedt pas volgende maand in werking, vanwege verschillende aanpassingen die na de goedkeuring nog gemaakt zijn. Het afschaffen van het Portugese strafrecht, dat in 1886 werd geïntroduceerd, wordt in het land gezien als een belangrijke stap in de dekolonisatie van Angola.
Het opheffen van het verbod op homoseksualiteit is daar onderdeel van. Inheemse stammen zouden voor de komst van Europese kolonisten namelijk homoseksualiteit geaccepteerd hebben. Na de invoering van het Portugese strafrecht werd homoseksualiteit voor een periode 134 jaar verboden.
Wat betreft discriminatie krijgt Angola een van de meest pro-LGBT+-wetten van het Afrikaanse continent. Discriminatie vanwege iemands seksuele geaardheid wordt namelijk verboden, een grondrecht dat slechts in een aantal Afrikaanse landen geldt.
Het afschaffen van het verbod op homoseksualiteit werd in 2019 door mensenrechtenorganisaties toegejuicht, met de kanttekening dat homoseksualiteit nog lang niet breed geaccepteerd wordt onder de bevolking.
Veel landen die een Europese kolonie waren kennen anti-LGBT+-wetgeving die nog uit de koloniale tijd stamt. Met name landen die onder Engels bewind vielen kennen dit soort wetgeving. Toch schaffen steeds meer landen het koloniale Wetboek van Strafrecht af, waarmee vaak ook het verbod op homoseksualiteit verdwijnt. Mozambique, ook een voormalig Portugese kolonie, ging Angola in 2015 al voor. Eind vorig jaar deed de voormalig Britse kolonie Bhutan hetzelfde.