Nederland zakt op Europese lijst LGBT+-vriendelijke landen

Opnieuw is Nederland een plekje gezakt op de Europese ranglijst van landen met de sterkste LGBT+-wetgeving. Onder andere Frankrijk, de Scandinavische landen, Spanje en Montenegro doen het beter dan ons. Malta is opnieuw Europees koploper LGBT+-rechten, maar ook België staat in de top 3.
Twitter Icon Facebook Icon Deel dit artikel

De reden dat Nederland zakt, is dat nieuwe wetgeving om de rechten van LGBT+-personen te ondersteunen uitblijft. Hoewel discriminatie van homoseksuele personen dit jaar expliciet is toegevoegd aan Artikel 1 van de Grondwet, loopt Nederland met name achter op het gebied van wetgeving gericht op transgender en intersekse personen.

Dit betekent niet dat Nederland achteruitgaat qua LGBT+-rechten, maar dat de landen om ons heen progressiever zijn qua wetgeving. Zo kent Nederland nog niet het recht op zelfbeschikking voor trans personen, wat inhoudt dat er geen arts of psycholoog nodig is om het geslacht op het paspoort te wijzigen. Ook worden non-binaire personen in Nederland niet wettelijk erkend en schort het aan de wettelijke erkenning van transgender ouders. Ook ziet ILGA dat anti-transgenderretoriek toeneemt in het Nederlandse parlement, bijvoorbeeld tijdens debatten over de nieuwe Transgenderwet.

Met name intersekse personen hebben in Nederland relatief weinig rechten. Zo worden er nog steeds niet-noodzakelijke medische operaties uitgevoerd zonder toestemming van de intersekse persoon, vaak vlak na de geboorte. Dit kan later in het leven van een intersekse persoon leiden tot problemen.

Een ander groot punt van zwakte is de Nederlandse wetgeving rond haatzaaien en haatmisdrijven. De Nederlandse wetgeving rond aanzetten tot haat kent enkel bescherming voor “hetero- en homoseksuele" personen. Trans- en intersekse personen worden niet genoemd. Haatmisdrijven zijn in Nederland niet specifiek strafbaar, wat de relatief lage beoordeling van Nederland beïnvloedt.  

De organisatie ziet de beperkte toegang tot PrEP in Nederland als een probleem, aangezien dit de gezondheid van de LGBT+-gemeenschap betreft. Daarnaast kende de vaccinatiecampagne rond apenpokken een “langzame start”, schrijft ILGA.

“Waar ons land ooit voorop liep in de wereld, streven steeds meer landen ons nu voorbij, en dat is slecht nieuws voor Nederland,” aldus LGBT+-organisaties COC, TNN en NNID in een reactie op het rapport. “We roepen politiek Den Haag op om een inhaalslag te maken. Dat moet snel kunnen, want veel van de benodigde wetgeving ligt klaar voor behandeling.”

In de ranglijst staat Nederland ongeveer gelijk met het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, twee landen die bekendstaan een conservatievere kijk te hebben op LGBT+-wetgeving.

Het volledige rapport kan je hier lezen.

Twitter Icon Facebook Icon Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen