
Meerderheid Nederlandse LHBTI+'ers past gedrag aan blijkt uit nieuw onderzoek
Zoenen in het openbaar
Aan de deelnemers die niet behoren tot de LHBTI+ gemeenschap werd gevraagd of ze moeite hebben met homoseksualiteit. 4 van de 5 (81%) respondenten zeggen er helemaal geen moeite mee te hebben, 15% alleen als het in het openbaar zichtbaar is. 4% van de respondenten laat weten over het algemeen moeite te hebben met homoseksualiteit. Een man en een vrouw samen zien zoenen vindt één op de vijf deelnemers (21%) aanstootgevend, bij twee mannen (36%) of twee vrouwen (29%) ligt dat percentage hoger.
Gedrag aanpassen
De meerderheid (58%) van de LHBTI+ deelnemers geeft aan het afgelopen jaar het gedrag aan te hebben gepast om negatieve reacties te voorkomen. Dat gebeurde vooral in het openbaar (44%), in privésituaties (23%) en tijdens het uitgaan (23%). Er waren ook LHBTI+ deelnemers die laten weten uit principe hun gedrag nooit aan te passen: “Ik word liever doodgemept om wie ik ben dan in een leugen te leven. Ik heb lang genoeg in de kast gezeten.”
Negatief gedrag
Een derde (35%) van de LHBTI+ respondenten zegt in het afgelopen jaar wel eens negatief gedrag mee te hebben gemaakt vanwege seksuele geaardheid of genderidentiteit. Het ging dan vooral om uitschelden of naroepen (37%).
EenVandaag, een nieuws- en actualiteitenprogramma van de Nederlandse Publieke Omroep, deed dit onderzoek onder 28.029 leden van het EenVandaag Opiniepanel, waaronder 3.214 LHBTI+ personen. Het volledige rapport vind je hier.