Dit meldt RTV-Utrecht. Uit onderzoek van onder meer Movisie blijkt dat deze groep onder de dak- en thuislozen het extra moeilijk heeft op straat en in reguliere opvangcentra. Dit komt volgens Van Baardwijk vanwege de bijkomende problematiek omtrent seksuele geaardheid of genderidentiteit. Volgens Laura van Nieuwenhuijze, voorzitter van COC Midden-Nederland, zijn er signalen dat LGBT+-personen niet altijd aan durven te kloppen vanwege gêne en angst. "Vaak komt er schaamte bij kijken. In de reguliere opvang zitten allerlei mensen door elkaar: drugsgebruikers, alcoholverslaafden, mensen met diverse psychische problematiek. Dat is een schraal contrast met de hulp die deze jongeren eigenlijk nodig hebben." Aldus Van Nieuwenhuijze
In het LGBT+-huis van De Tussenvoorziening, zullen mensen drie tot zes maanden onderdak en hulp krijgen. "Los van de professionele hulp kunnen de mensen in het huis ook rekenen op de hulp van zogenaamde regenboogmaatjes", zegt Van Baardwijk. "Dat zijn vrijwilligers die zelf een achtergrond hebben in LGBT+. Ze doen leuke dingen met de bewoners en helpen ze om hun netwerk te vergroten. De regenboogmaatjes gaan bijvoorbeeld mee koffie drinken of naar een praatgroep.” Hierna stromen de bewoners door naar een zelfstandig- of begeleidend wonen. “Dat zal soms extra uitdagend zijn, zeker voor deze doelgroep en met de huidige woningmarkt. Maar we gaan nooit iemand op straat zetten", aldus Van Baardwijk.
Als het bevalt zal het LGBT+-huis blijven, maar voor nu blijft het concept een pilot van anderhalf jaar. Ook hoopt De Tussenvoorziening met het huis beter zicht te krijgen op de doelgroep in de stad Utrecht. De organisatie wil de precieze locatie niet bekendmaken.