"Het woord genderneutraliteit kunnen we niet meer aanhoren," zei Wilders in zijn inbreng. Volgens hem is seksuele voorlichting een taak voor de ouders van kinderen. "Terwijl een kwart van de 15-jarige scholieren niet goed kunnen lezen en schrijven leren ze op de basisschool over de zogeheten 'genderkoek' (een lesmethode over genderidentiteit, red.)". Wilders drong erop aan om kinderen "met rust te laten".

Die opvattingen schoten bij Rob Jetten (D66) in het verkeerde keelgat. "Weer een tirade met boosheid en negativiteit," zei hij toen hij aan de interruptiemicrofoon verscheen.

"Ik ben er trots op", zei Jetten, verwijzend naar de LGBT+-voorlichting op scholen. "Als je kijkt naar jongeren die worstelen met hun identiteit, die niet zichzelf kunnen zijn, dat zijn jongeren die zich vaker depressief voelen." Het D66-kamerlid benadrukte dat de zelfmoordcijfers voor LGBT+-jongeren vele malen hoger liggen dan onder heteroseksuele en cisgender jongeren, wat de voorlichting volgens hem noodzakelijk maakt.

"Ik ben er trots op dat ik als homoseksueel fractievoorzitter in de Tweede Kamer kan zijn," aldus Jetten. "Ik ben er trots op dat we voor het eerst een transgender persoon in de kamer hebben zitten".

"[Wilders] is fan van dictator Orbán in Hongarije," beschuldigde Jetten de PVV-leider. "Het begint toch wel perverse vormen aan te nemen". Daarmee doelt hij op onder meer de recente anti-LGBT+-wet die de partij van premier Viktor Orbán door het parlement loodste. Het tonen van onder meer homoseksualiteit en transgender personen aan minderjarigen op onder andere tv wordt daarmee strafbaar.

Wilders blijft bij zijn standpunt dat deze zaken niet aan kinderen onderwezen moeten worden. "Doe eens even normaal zeg," sneerde hij naar Jetten. Wilders benadrukte niets tegen de LGBT+-gemeenschap te hebben, maar "je laat kinderen toch niet dit soort gekkigheid in hun hoofd stoppen?"