Deze 5 LGBT+-verzetshelden zetten hun leven op het spel voor de vrijheid van Nederland

Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en andere vredesmissies. Een speciale groep hierin zijn de verzetshelden die probeerden de Duitse bezetter te dwarsbomen. Hoewel zij ook gevaar liepen om opgepakt te worden, deden ook homoseksuelen mee aan het verzet. Speciaal voor de dodenherdenking brengt OUTtv vijf van hen onder de aandacht.
Twitter Icon Facebook Icon Deel dit artikel

Willem Arondeus (1894-1943)

Openlijk homoseksueel en beeldend kunstenaar Willem Arondeus was een van de leiders van het Kunstenaarsverzet, een groep kunstenaars (waarvan veel LGBT+'ers) die zich bezighielden met het vervalsen van documenten en aanslagen op de bezetter. Na de aanslag op het bevolkingsregister werd ook Arondeus gearresteerd en niet veel later gefusilleerd. Vlak voor zijn executie zou hij hebben gezegd: "zeg de mensen dat homoseksuelen niet per definitie zwakkelingen zijn."

Sjoerd Bakker (1915-1943)

Couturier Sjoerd Bakker naaide politie-uniformen voor het verzet. Verzetsstrijders konden zo vermomd als politieagent aanslagen plegen. In 1943 deed Bakker zelf mee aan een aanslag: met andere verzetsstrijders, waaronder Willem Arondeus, blies hij vermomd als agent het Amsterdamse bevolkingsregister op. Bakker werd opgepakt en gefusilleerd.

Frieda Belinfante (1904-1995)

De lesbische dirigente Frieda Belinfante had een joodse vader, maar was desondanks actief voor het verzet. Ze hield zich met name bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen, maar deed ook mee aan de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Toen deelnemers aan die aanslag één voor één werden opgepakt, vluchtte ze naar Zwitserland. Na de oorlog kon ze geen baan in Nederland vinden, want een vrouwelijke dirigent werd niet geaccepteerd. In Hollywood kon ze wel een baan vinden en dus vertrok ze uit Nederland. Uiteindelijk werd ze de eerste vrouw ter wereld die de vaste dirigente was van een professioneel orkest. In 1995 overleed ze in Santa Fe (Californië).

Nico Engelschman (1913-1988)

Als 24-jarige jongen kwam Nico Engelschman erachter op jongens te vallen. In die jaren daarna zette hij zich in voor sociale acceptatie van homoseksualiteit. De Tweede Wereldoorlog maakte daar een eind aan, maar Engelschman bleef maatschappelijk betrokken. Voor het verzet verspreidde hij huis-aan-huisbladen. Na de oorlog werd zijn tijdschrift Levensrecht een belangrijke aanleiding voor de oprichting van het COC. Geruime tijd was hij (onder pseudoniem Bob Angelo) ook het gezicht van die LGBT+-belangenorganisatie. In 1988 overleed hij.

Karel Pekelharing (1909-1944)

De homoseksuele danser en dichter Karel Pekelharing werd al vroeg tijdens de oorlog gezocht door de Duitse bezetter. Niet alleen vanwege zijn seksuele geaardheid, maar ook zijn communistische denkbeelden zorgden ervoor dat hij niet veilig was. Pekelharing werd lid van het verzet, en schreef voor illegale pers, zoals De Vrije Kunstenaar. Onder het pseudoniem Karel van Hoogh schreef hij ook gedichten. In het verzet was Pekelharing verantwoordelijk voor overvallen op de bezetter, hulpverlening aan onderduikers en pogingen om gevangenen te bevrijden. In 1944 werd hij opgepakt en op 10 juni dat jaar gefusilleerd.

Twitter Icon Facebook Icon Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen