De rechter omschreef de moord die Aldrich pleegde als een voorbeeld van de “diepste malaise van het menselijk hart”. Dat de schutter, die na diens arrestatie aangaf non-binair te zijn, juist in Club Q een aanslag pleegde, weegt extra zwaar voor de rechter. Aldrich werd dan ook veroordeeld voor een misdaad met vooringenomenheid als motief, een haatmisdrijf dus.

Overigens sprak officier van justitie Michael Allen de schutter aan met de persoonlijke voornaamwoorden ‘hij’ en ‘hem’, in plaats van ‘die’ en ‘diens’. "Er is voorafgaand aan de schietpartij geen enkel bewijs dat hij non-binair was,” aldus Allen. "Hij toonde juist extreme haat tegen mensen in de LGBT+-gemeenschap en ook tegen andere minderheidsgroepen.”

Voor nabestaanden was de rechtszaak een emotionele achtbaan, zo vertellen ze tegen Amerikaanse media. Een moeder van een slachtoffer dat het bloedbad overleefde, verzocht de rechter tijdens de rechtszaak om “dit beest weg te stoppen in de dieptes van de hel”.  Haar dochter werd door negen kogels geraakt.

Toch is er ook kritiek op de autoriteiten. Zo zou Aldrich helemaal geen wapen kunnen hebben gehad, als de wet was nageleefd. De schutter is namelijk herhaaldelijk in aanraking gekomen met politie en justitie. Hij werd een jaar voor de aanslag op Club Q namelijk opgepakt omdat hij op internet had geschreven “de volgende massamoordenaar” te willen worden. Aldrich vond daarvoor inspiratie in extreemrechtse terreurdaden, zoals die in Christchurch in Nieuw-Zeeland in 2019. Bovendien runde de schutter een neo-naziwebsite. Hoe Aldrich aan een wapen kon komen wordt nog steeds onderzocht.

Vier van de vijf slachtoffers van Aldrich’ schietpartij werkten in Club Q, een plek die door bezoekers omschreven wordt als een “veilige haven” voor de lokale LGBT+-gemeenschap. OUTtv schreef dit profiel over de slachtoffers.