De zaak werd voor de rechter gebracht door LGBT+-rechtenactivist Abdool Ridwan Firaas Ah Seek en een lokale LGBT+-organisatie. Volgens Ah Seek is een verbod op homoseksualiteit een schending van zijn rechten, omdat een heteroseksueel persoon niet wordt belemmerd in diens leven. De rechter ging daar in mee en verklaarde het verbod, sectie 250 in het Wetboek, ongrondwettig. Daarmee is homoseksualiteit nu gelegaliseerd in het land.

“Sectie 250 werd niet op Mauritius geïntroduceerd om de Mauritiaanse waarden te weerspiegelen, maar werd als onderdeel van onze koloniale geschiedenis, geërfd van Groot-Brittannië”, schrijven de rechters.  “De invoering ervan was niet de uitdrukking van de binnenlandse democratische wil, maar was een koers die door de Britse overheersing aan Mauritius en andere koloniën werd opgelegd.”

Ah Seek noemt de uitspraak "een opluchting".  Hij zegt: "Het is een lange strijd. Vanaf vandaag ben ik als burger en mens vrij om zonder angst lief te hebben wie ik maar wil. Bovendien: het betekent ook dat de volgende generaties hun seksualiteit volledig en vrij kunnen omarmen, zonder bang te hoeven zijn gearresteerd te worden. Deze overwinning is ongetwijfeld een belangrijke stap in de richting van de volledige integratie van onze gemeenschap in de Mauritiaanse samenleving."

De Verenigde Naties reageren verheugd op de uitspraak. “De VN op Mauritius verwelkomen het besluit van Mauritius om zich aan te sluiten bij de groeiende lijst van Afrikaanse landen die de mensenrechten van iedereen beschermen, inclusief LGBT+-personen.”

Volgens de lokale LGBT+-organisatie Collectif Arc-en-Ciel is de uitspraak een "historische overwinning".