Jankto maakte in februari dit jaar wereldnieuws met zijn coming-out. De Tsjechische international zette een stap die nog andere voetballers op het hoogste niveau nog niet durfden te zetten: uit de kast komen. Jankto zegt nu opgelucht te zijn dat hij zich niet langer hoeft te verbergen en dat hij door iedereen in zijn directe kring geaccepteerd wordt.

In een interview met de BBC doet hij nu een boekje open over de afgelopen periode: “Na zes, zeven maanden kan ik zeggen dat het geen vergissing was [om uit de kast te komen].”

Jankto, spelend bij Sparta Praag, werd bij zijn eerste wedstrijd na zijn coming-out met luid applaus in het stadion verwelkomd. “Ik verwachtte dat tijdens uitwedstrijden iemand uit het publiek naar me zou fluiten, maar niemand deed dat. Gewoon niemand. Niemand! En ik dacht: 'Oh mijn god, dit is zo goed.' Het is zo goed dat iedereen mij steunt, ik voel me hier echt geweldig."

"Profvoetbal spelen is een droom van mij en ik ben altijd op zoek naar manieren om beter te worden", zegt Jankto. “En uit de kast komen is wat ik moest doen om beter te worden.”

Toch krijgt Jankto ook negatieve berichten, met name via sociale media. Maar die vallen voor de speler in het niet bij de acceptatie om hem heen. "Als ik het nog een keer zou kunnen doen, zou ik dat zeker doen, omdat het mezelf heeft geholpen. Ik denk ook dat het heel veel andere mensen heeft geholpen. Het was een enorm moment voor alle voetballers, en veel profvoetballers bij veel clubs schreven me om me daarvoor te bedanken.”

Jankto is er bewust van de eerste speler op zijn niveau te zijn die zijn homoseksuele geaardheid niet meer verzwijgt. "Ik denk dat het een goed, positief voorbeeld is geweest voor iedereen, en nu ben ik heel blij dat ik kan spelen zonder me te verstoppen of bang te zijn. Ik ga gewoon door alsof er niets is gebeurd, en dat is echt heel goed."

Ook heeft Jankto een boodschap voor homoseksuele voetballers die moeite hebben met uit de kast komen: “Ik weet hoe mensen zich voelen als ze iets moeten verbergen. Ik wens je veel succes en hou je taai. Er is geen reden om bang te zijn.”