Volgens Boedapest Pride kwamen de activisten van de “Onze Natie” groepering binnen met spandoeken waarop geen tolerantie en stop LHBT-propaganda stond. Ze zouden de laptop en beamer waarmee de film vertoond werd willen hebben pakken. Ook zouden ze deelnemers hebben bedreigd door te zeggen dat ze hen in elkaar zouden slaan.
De politie werd opgeroepen, maar toen deze arriveerde werd volgens de organisatie geen actie ondernomen: “ze stonden erbij en keken ernaar”. De mensenrechtenorganisatie Helsinki Committee heeft een klacht over het politiewerk ingediend. De agenten zouden enkel hebben ingegrepen toen de aanwezigen in het buurthuis een bakje yoghurt over één van de spandoeken gooide.
Het buurthuis heeft al vaker last gehad van extremistische groepen. Ook de groepering die de filmavond binnendrong heeft al eerder pride-evenementen proberen te verstoren.
De inval past binnen een sentiment in Hongarije die Boedapest Pride vreest. Volgens de organisatie is de regeringspartij van president Viktor Orbán op zoek naar “een nieuwe vijand van de staat”, nu de vluchtelingencrisis over haar hoogtepunt heen is. Afgelopen augustus riep de regeringspartij nog op tot een boycott van Coca Cola vanwege een reclamecampagne met homokoppels.