In het rapport worden de 22 slachtoffers met naam en toenaam genoemd, in combinatie met een korte beschrijving van wie ze waren en hoe ze om het leven zijn gekomen. Toch zouden niet alle trans personen die door geweld om het leven zijn gekomen opgenomen zijn in het rapport. Sommige slachtoffers zouden niet als trans geïdentificeerd worden, omdat journalisten, familieleden of de autoriteiten hun geslacht niet correct erkennen.

Toch heeft de organisatie in de laatste paar jaar 150 slachtoffers van transfobisch geweld kunnen identificeren. “Dit is een nationale crisis die de aandacht nodig heeft van wetgevers, handhavers, media en elke Amerikaan,” zegt de voorzitter van de HRC, Alphonso David. “Veel te lang heeft ons systeem de transgendergemeenschap in de steek gelaten. We moeten ons gevecht voor verandering in onze wetgeving doorzetten, maar ook in de lokale gemeenschappen, zodat elke trans persoon met respect wordt behandeld.”

Het grootste deel van de slachtoffers is Afro-Amerikaans. Texas en Florida staan bovenaan de lijst van de staten waar de meeste moorden op trans personen worden gepleegd. Daarnaast werd 90% van de moorden gepleegd in gebieden waar het armoedecijfer hoger lag dan het landelijke gemiddelde. De helft van de slachtoffers is vermoord door iemand die ze persoonlijk kenden. 

“Als een samenleving moeten we harder werken om ervoor te kunnen zorgen dat trans en niet-conformerende personen in de VS zich beschermd en veilig voelen,” schrijft de organisatie in het rapport. Verder pleit de HRC voor een betere registratie van geweld tegen trans personen. Slachtoffers zouden vaak met het verkeerde geslacht worden aangesproken (het zogeheten misgenderen), of de misdaden worden helemaal niet gerapporteerd.