Seksualiteit toegevoegd aan Artikel 1 van de Grondwet

Een mijlpaal voor LGBT+-rechten: De Eerste Kamer heeft ingestemd om seksuele gerichtheid toe te voegen aan Artikel 1 van de Grondwet. Daarmee wordt discriminatie op basis hiervan expliciet verboden. De Eerste Kamer nam de grondwetswijziging aan met een ruime meerderheid. Ook mensen met een beperking worden opgenomen in de revisie van artikel 1.
Twitter Icon Facebook Icon Deel dit artikel

De grondwetswijziging is het resultaat van een initiatiefwetsvoorstel van D66, GroenLinks en de PvdA.

Dat seksuele gerichtheid is toegevoegd, is bijzonder. Een aanpassing van de Grondwet is lastig en bovendien is er in beide kamers een tweederdemeerderheid nodig. Het eerste grondwetsartikel luidt voortaan: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan."

De stemming in de Eerste Kamer zou eigenlijk al voor de jaarwisseling plaatsvinden, maar doordat de PVV op het laatste moment eiste dat het een hoofdelijke stemming zou zijn, moest deze verschoven worden. Onder andere de PVV, SGP en JA21 waren tegen. SGP-senator Diederik van Dijk noemt de Grondwet “geen ideologisch pamflet” en had seksuele gerichtheid liever niet in Artikel 1 gezien.

Aangezien de Grondwet moest worden aangepast, moesten zowel de Eerste als Tweede Kamer twee keer stemmen. In die tweede ronde heeft de Eerste Kamer de wijziging met 56 stemmen voor en 15 tegen aangenomen.

Het COC, dat zich 20 jaar lang heeft ingezet voor de wijziging van de Grondwet noemt het een “historische overwinning”. “Dit is een kroon op de jarenlange inzet van het COC,” zegt voorzitter Astrid Oosenbrug. ‘We zijn Alexander Hammelburg (D66), Laura Bromet (GroenLinks), Habtamu de Hoop (PvdA) en hun voorgangers ontzettend dankbaar voor hun vele werk aan dit wetsvoorstel.”

“Het was een emotioneel moment toen de Senaat vanmiddag, na al die jaren, in grote meerderheid vóór Grondwettelijke erkenning stemde,” aldus Oosenbrug. “Eindelijk worden LHBTI+ rechten trots genoemd in artikel 1 en niet meer weggemoffeld.”

Ook de initiatiefnemers kunnen opgelucht ademhalen. Alexander Hammelburg (D66) noemt het een “terechte erkenning en waarborgen voor groepen die kwetsbaar zijn voor discriminatie.” Voor Habtamu de Hoop (PvdA) is het “een bijzonder moment en belangrijk signaal”. “Een beperking, of op wie je verliefd wordt, mogen nooit reden zijn te worden buitengesloten. We zijn trots dat dit nu in de Grondwet staat.”

Twitter Icon Facebook Icon Deel dit artikel

Aanbevolen artikelen