Transgender personen die tussen 1985 en 2014 hun geslacht wilden aanpassen in hun geboorteakte moesten eerst een fysieke transitie en onomkeerbare sterilisatie ondergaan. “Een inbreuk op lichamelijke integriteit die we ons vandaag de dag eigenlijk niet meer kunnen voorstellen”, stellen ministers van Engelshoven (emancipatie) en Dekker (rechtsbescherming). Ongeveer tweeduizend mensen hebben met deze wet te maken gehad.
Corine van Dun liet zich noodgedwongen steriliseren om een wijzing van haar geslacht. Ze vertelde de NOS: “Je mocht als transgender geen nakomelingen meer baren of verwekking. Dat is zo denigrerend geweest. Dat je echt denkt: hallo, ik ben toch een normaal mens?”. Sem (29) liet zich ook noodgedwongen steriliseren in 2013. Daarna raakte Sem in een heftige depressie, mede omdat de Transgenderwet op 1 juli 2014 werd aangepast. “Had ik iets langer gewacht, dan was het mij bespaard gebleven. Er werd ook niet gecommuniceerd dat de wet zou veranderen. Als ik had geweten dat het eraan zat te komen, had ik de sterilisatie nooit laten doen”, vertelde Sem de NOS.
Het Nederlandse Transgendercollectief spande in 2019 een rechtszaak aan tegen de Staat vanwege het leed dat deze wet met zich mee bracht. Minister van Engelshoven en minister Dekker spraken met het transgendercollectief en boden namens de staat hun excuses aan. Tevens wordt er een tegemoetkoming aangeboden van €5.000. Transgender personen die tussen 1 juli 1985 en 1 juli 2014 een fysieke transitie hebben ondergaan vanwege de geslachtsregistratie in de geboorteakte, komen in aanmerking voor deze tegemoetkoming.
