Dat blijkt uit een rapport van de antidiscriminatie-organisatie art.1. De cijfers over discriminatie vanwege iemands seksuele geaardheid volgen daarmee een landelijke trend. In 2020 werden meer meldingen gemaakt dan de jaren ervoor, mede door de coronacrisis.

Wat betreft discriminatie op basis van seksueel geaardheid is het overgrote deel verbale discriminatie, bijvoorbeeld schelden met “flikker”. Maar ook geweld en bedreigingen komen geregeld voor.

Stijging

Het aantal meldingen van homo- en bifobe discriminatie neemt de afgelopen jaren toe in Nederland (dit is zowel bij de politie als bij andere instanties).  In 2017 waren het er 954, dat steeg in 2018 naar 1.505, in 2019 naar 1.603 en in 2020 naar 1.981.

De regio’s waar discriminatie vanwege seksuele gerichtheid relatief het grootste is, is in Amsterdam (waar het ca. 38% procent van de meldingen is) en Zeeland/West-Brabant (ca. 35% van de meldingen). Toch krijgen alle regio’s nog steeds de meeste meldingen binnen voor discriminatie vanwege herkomst. In Limburg is het aandeel van discriminatie van homo- en biseksuelen relatief het laagst.

De Nederlandse trend staat niet op zich. Ook in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten nemen de cijfers al een aantal jaar toe. In 2020 waarschuwde de internationale LGBT+-organisatie ILGA al voor “aanzwellende haat” in Europa.