Op basis van zes categorieën worden Europese landen gerangschikt in het jaarlijkse rapport van ILGA-Europe. Daarin houdt de organisatie een set van 69 criteria aan waarmee onder andere de wetgevingen in 49 landen worden onderzocht. De zes categorieën zijn gelijkheid en non-discriminatie; familie; haatmisdrijven en aanzetten tot haat; wettelijke gendererkenning en lichamelijke integriteit; ruimte voor het maatschappelijk middenveld; en asiel.
De landen die in totaal het best hebben gescoord zijn Malta (89%), België (73%), Luxemburg (73%), Denemarken (68%) en Noorwegen (68%). Volgens de organisatie is dit het vijfde jaar op een rij dat Malta de top spot heeft kunnen bemachtigen. België staat dit jaar voor de derde keer op positie nummer twee. Hoewel Nederland de top tien wederom niet wist te behalen met een score van 62%, maakte het land samen met Montenegro en Noord-Macedonië wel de grootste sprong vooruit ten opzichte van vorig jaar (+12 %).
Azerbaijan is de allerlaagste plek terechtgekomen met enkel 2%. Met maar twee procent meer staat Turkije op positie 48. Volgens de organisatie daalt Turkije sinds 2015 in de ranking, mede dankzij de toenemende restricties op vrijheid van vereniging (bijvoorbeeld het weerhouden van Pride bijeenkomsten). Hoewel Polen nog best wat landen onder zich heeft staan in de lijst, is het dit jaar wel het EU land met de laagste score (16%). Het land verscheen frequent in het nieuws wegens de beruchte ‘LGBT-free zones’. Hongarije veroorzaakte een internationale controverse in verband met het aantasten van transgenderrechten. Hierdoor maakt Hongarije de grootste val in de scores en daalde het land meer dan 8%.
ILGA-Europe stelt het zogenoemde Rainbow Europe rapport samen sinds 2009, waarmee de organisatie de situatie voor Europese LGBTI-mensen omtrent wetgeving en beleid in kaart brengt. De Rainbow Map en Index rangschikt 49 Europese landen op hun respectieve juridische en beleidspraktijken voor LGBTI-mensen, op een schaal van 0 tot 100%.
