Davis, toen ambtenaar in Kentucky, haalde in 2015 wereldwijd de pers omdat ze ondanks een gerechtelijk bevel huwelijkslicenties weigerde aan homokoppels. Ze beriep zich op “Gods autoriteit” en werd korte tijd gevangen gezet wegens minachting van het hof.

Ze vraagt het hof niet alleen om eerdere nederlagen in lagere rechtbanken terug te draaien, maar ook om de historische uitspraak Obergefell v. Hodges uit 2015, waarmee het recht op huwelijk voor koppels van hetzelfde geslacht in de hele VS werd vastgelegd, te herzien.

Ondanks de juridische uitdaging blijft de publieke steun groot. Volgens een Gallup-peiling uit mei 2024 vindt 69 procent van de Amerikanen dat het homohuwelijk legaal moet zijn, bijna een recordhoogte. Onder Democraten ligt dat percentage op 83 procent, bij onafhankelijken op 74 procent en bij Republikeinen op slechts 46 procent.

Eerder dit jaar verwierp het U.S. Court of Appeals for the 6th Circuit Davis’ beroep op religieuze vrijheid, omdat ze handelde als overheidsfunctionaris en niet als particulier. Een jury kende eerder $50.000 schadevergoeding toe aan het koppel dat destijds een vergunning werd geweigerd.

Binnen het Hooggerechtshof klinken verdeelde geluiden. Clarence Thomas en Samuel Alito stellen dat Obergefell te ver ging in het uitbreiden van grondwettelijke rechten, terwijl Amy Coney Barrett recent benadrukte dat miljoenen Amerikanen hun leven en juridische status op dit huwelijk hebben gebouwd.

Als het hof de zaak niet behandelt, blijven eerdere uitspraken tegen Davis overeind. Die beslissing kan al op 10 november worden aangekondigd. Neemt het hof de zaak wel aan, dan zou dit de meest directe herziening van het recht op huwelijk voor koppels van hetzelfde geslacht sinds 2015 betekenen, met mogelijk grote gevolgen voor LGBTQ+-rechten in de VS.