Premier Viktor Orban, die zich de regelmatig fel uitspreekt tegen LGBTQ+-personen, wil ook buitenlandse financiering van onafhankelijke media en NGO’s aanpakken. Orban, een nationalist die bij de verkiezingen van 2026 stevige concurrentie van de oppositie verwacht, zei afgelopen zaterdag dat Pride-organisatoren hun tijd kunnen besparen, omdat het evenement een "verspilling van geld en tijd" zou zijn.

Orban’s stafchef, Gergely Gulyas, kondigde aan dat de grondwet zal worden gewijzigd om vast te leggen dat het recht van een kind op fysieke, mentale en morele ontwikkeling "voorrang heeft op alle andere rechten, behalve het recht op leven." Op de vraag of dit neerkwam op een verbod op de Pride-mars, antwoordde hij dat er duidelijkheid moest komen over de balans tussen het recht op samenkomst en de rechten van kinderen op een gezonde ontwikkeling.

Het voorstel, dat waarschijnlijk wordt goedgekeurd door Orban’s parlementaire meerderheid, krijgt felle kritiek van Pride-organisatoren en mensenrechtenorganisaties. Minister van Transport en Bouw Janos Lazar verklaarde dat Pride verboden moet worden en riep op Facebook op om "terug te vechten tegen de homolobby." Pride-deelnemers lopen al tientallen jaren door de iconische Andrassy Avenue in Boedapest als symbool van zichtbaarheid en acceptatie.

Orban, die sinds 2010 aan de macht is, voert een christelijk-conservatief beleid en verbood in 2021 de "promotie van homoseksualiteit" onder minderjarigen, ondanks sterke kritiek van mensenrechtenorganisaties en de Europese Unie.