Een bron binnen de Hongaarse publieke omroep MTVA laat The Guardian weten dat er intern geen officiële reden is gegeven voor de terugtrekking, maar dat er onder de medewerkers een sterk vermoeden is dat het te maken heeft met de LHBT+-vertegenwoordiging op het Songfestival.

“Het verbaasde me niks,” zegt de bron, refererend aan het terugtrekken van Hongarije op het Songfestival, “het vloeit voort uit de organisatiecultuur bij de MTVA.” De publieke omroep zou positieve berichtgeving over LHBT+-rechten ontmoedigen.

Eerder dit jaar noemde een pro-Orbán televisiecommentator het Songfestival “een vloot vol homoseksuelen” en dat niet meedoen beter zou zijn voor de geestelijke gezondheid van het land.

De Hongaarse LHBT+-gemeenschap krijgt de laatste jaren onder de regering van Viktor Orbán steeds meer te maken met geweld en discriminatie. Zo kreeg Coca-Cola een boete voor een campagne met een homo-koppel, werd een LHBT+-filmevenement verstoord en zijn er connecties met hooggeplaatste Russen die actief anti-LHBT+-beleid nastreven.

Een woordvoerder van MTVA laat weten aan The Guardian: “In plaats van mee te doen aan het Songfestival in 2020, zullen we waardevolle producties van de Hongaarse talenten in de popmuziek steunen.” In de voorgaande jaren werden de Hongaarse inzendingen gekozen via het tv-programma A Dal. Dat programma bestaat nog steeds, maar zal niet meer voor het Songfestival gebruikt worden.

Vandaag werd de vormgeving van het Songfestival voor 2020 in Rotterdam bekend: een cirkel met alle 41 deelnemende landen. De vlag van Hongarije komt daar overigens wel in voor.