De hoogste bestuursrechter van het land oordeelde dat die eerdere beslissing genomen is zonder voldoende wetenschappelijke onderbouwing en zonder advies van medische experts. Het verbod uit 1977 blijft daarom voorlopig van kracht, totdat er nieuw wetenschappelijk bewijs beschikbaar is.
De herinvoering van het verbod zorgt voor frustratie onder LGBTQ+-organisaties en mensenrechtenactivisten, die spreken van discriminatie op basis van seksuele oriëntatie. Volgens hen wordt hiermee een hele groep uitgesloten van een daad van solidariteit en medemenselijkheid, puur vanwege wie ze zijn of met wie ze seks hebben.
De beslissing staat bovendien haaks op andere recente stappen richting meer gelijkheid in Griekenland. Begin dit jaar legaliseerde het land het homohuwelijk – als eerste land met een orthodox-christelijke meerderheid. Ook werden in 2022 conversietherapie en genitale operaties op intersekse baby’s zonder toestemming verboden.
Toch lijkt de koers van de overheid minder eenduidig. Zo wil de minister van Justitie het draagmoederschap beperken tot vrouwen, wat mannelijke koppels en alleenstaande mannen uitsluit.
LGBTQ+-organisaties uiten hun zorgen over deze ontwikkelingen, die volgens hen een stap terug betekenen voor gelijke rechten in Griekenland.