VS: dit jaar al 238 anti-LGBT+-wetten ingediend

Het aantal wetten die nadelig zijn voor de LGBT+-gemeenschap (en dan met name trans personen) in Amerika groeit enorm. Dit jaar zijn er al meer van dat soort wetten ingediend dan in heel 2021. En het is nog maar maart.
Twitter Icon Facebook Icon Delen

In de culturele strijd tussen conservatief en progressief Amerika moeten de rechten voor LGBT+-Amerikanen het ontgelden. Terwijl progressieve staten bezig zijn met antidiscriminatiewetten, gooien ze in conservatievere delen van het land het over een hele andere boeg. De ene na de andere wet die openbare uitingen van LGBT+’ers inperkt wordt aangenomen. Dat varieert van wetten die het onderwijs over dit onderwerp aan banden leggen tot regels over wie wel en wie niet van een bepaald toilet gebruik mag maken.

Stond de teller eind 2021 nog op 191 ingediende wetten die nadelig uitpakken voor LGBT+’ers, na slechts drie maanden van het jaar 2022 ligt het ‘record’ van vorig jaar al aan diggelen. Van de 238 wetten dit jaar is zeker de helft specifiek gericht op de rechten van transgender personen. En daar is een reden voor.

 

Transgenderrechten op het hakblok

In de verdeelde Verenigde Staten staan conservatieven lijnrecht tegenover progressieven op een waslijst aan sociaal-culturele onderwerpen. Deze zogeheten “culture wars” gaan over abortus, religie en symboliek van de burgeroorlog. De laatste paar jaar is het onderwerp transgenderrechten steeds meer in de spotlight komen te staan. Eerst waren het de transgendertoiletten die geridiculiseerd en wettelijk aangepakt werden, maar op het gebied van wetgeving lag de focus de afgelopen jaren met name op sport. Zo stemde men in Idaho voor een wet om de genitaliën van meisjes te controleren bij schoolsportwedstrijden als er vermoedens zijn dat zij niet als vrouw geboren is. Die wet werd in 2020 van kracht, en verbiedt trans kinderen dus om mee te sporten.  

In 2022 gaat die strijd over het sportveld door. In Missouri ligt een soortgelijke wet bij het parlement. Maar iets wat dit jaar ook kenmerkt is een verharding van de retoriek over trans personen in het algemeen. Dat begon in Texas, waar de Gouverneur en de procureur-generaal genderbevestigende behandelingen “kindermishandeling” noemen en de “daders” hiervan, de ouders en artsen, daarvoor willen straffen.

Hoewel Texas daar nog geen wet voor heeft, beweegt Alabama wel die kant op. De verwachting is dat daar binnenkort gestemd wordt voor de zogeheten Beschermingswet voor kwetsbare kinderen. In die wet worden transgenderbehandelingen voor kinderen onder de 18 strafbaar. En de straffen voor meewerken aan zulke behandelingen zijn niet mild: de maximale gevangenisstraf is tien jaar. In Arkansas bestaat zelfs al zo’n wet.

Volgens de New York Times is die recente vlucht van anti-transgenderretoriek te danken aan verschillende factoren. Allereerst zijn conservatieve lobbygroepen het label “vrouwenrechten” op hun campagnes tegen transgenderrechten gaan plakken, zit er een president in het Witte Huis die Trumps maatregelen wat betreft trans personen heeft teruggedraaid en ziet de media persoonlijke voornaamwoorden als de perfecte punchline tegen de “woke” politieke correctheid.

 

Druk van zakelijk Amerika

Maar dat een wet ook een landelijke maatschappelijke druk kan opleveren bewijst de staat North Carolina. Daar werd in 2016 een wet van kracht die bepaalde dat personen het toilet van hun geboortegeslacht moesten gebruiken. Dit zou dus betekenen dat een trans vrouw niet naar het vrouwentoilet zou mogen. Zakelijk Amerika reageerde op de ontstane ophef rond de wet: investeringen werden teruggedraaid, evenementen en concerten gingen niet door en door een deal met PayPal voor een nieuw hoofdkantoor kwam een streep. Uiteindelijk werd de wet ingetrokken.

Ook een recentelijk voorbeeld laat zien dat corporate America weinig moet hebben van de maatregelen tegen LGBT+-personen. Disney staakt momenteel de donaties aan Republikeinse staatsparlementariërs in Florida vanwege de omstreden Don’t say gay-wet. Hoewel medewerkers kritiek hebben op de acties van Disney, laat het zien dat de zakelijke belangen van een staat in het geding kunnen komen als er te conservatieve wetten worden aangenomen.

LGBT+-activisten vrezen alleen dat de strijd tegen dit soort wetten nog lang zal duren, aangezien de retoriek alleen maar heftiger lijkt te worden. De legalisering van het homohuwelijk en de antidiscriminatieregels voor LGBT+-werknemers waren de afgelopen jaren de grootste overwinningen voor de gemeenschap, maar daardoor verschuift het front nu naar twee nieuwe ‘hot topics’ waar we nog lang niet vanaf zullen zijn: transgenderrechten en LGBT+-onderwijs.

Twitter Icon Facebook Icon Delen

Aanbevolen artikelen