Volgens die wet mogen er geen uitingen van LGBT+'ers aan minderjarigen getoond worden. De wet richt zich met name op de media, waar geen LGBT+-personages meer zichtbaar mogen zijn.

Dat de Commissie nu naar het Europees hof van Justitie stapt is onderdeel van een zogeheten inbraakprocedure die gestart kan worden als een land zich niet aan Europese wetten en regels houdt. Vorig jaar schreef de Commissie al een brief naar Hongarije over de wet, die tegen het Europese antidiscriminatiebeleid in zou gaan. De reactie van Hongarije acht de Commissie "onvoldoende", waarna een gang naar het Europees Hof de volgende stap is. Dat hof kan eventueel een boete aan Hongarije opleggen.

Om de wet aan te vechten gebruikt de Commissie niet alleen het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, maar ook "normalere" wetgeving omtrent media en commerciële diensten. Zo heeft de Commissie meerdere mogelijkheden om het Hof te kunnen overtuigen.

Volgens Hongarije is de wet juist gericht op het beschermen van kinderen en heeft de EU daar niks mee te maken. Justitieminister Judit Varga vindt het commentaar van de Commissie ongegrond. "Het EU-lidmaatschap heeft geen invloed op het recht van Hongarije om zelf beslissingen te nemen over kinderbescherming en in overeenstemming met zijn nationale identiteit," zegt ze tegen persbureau Reuters.

De Commissie benadrukt dat het beschermen van kinderen belangrijk is, maar ziet de anti-LGBT+-wet meer als een instrument om de LGBT+-gemeenschap te onderdrukken, dan om kinderen te beschermen.