In de Verenigde Staten is het niet overal verboden om LGBT+-personen te discrimineren. Religie is in met name meer conservatieve staten een geldige reden om personen die zich identificeren als transgender of een relatie hebben met iemand van hetzelfde geslacht diensten te weigeren. Denk aan een bakker die geen taart wil maken met twee mannelijke poppetjes bovenop, of bijvoorbeeld een christelijke daklozenopvang die een transgender vrouw niet wil toelaten. Hoewel het hooggerechtshof heeft besloten dat LGBT+’ers niet meer vanwege hun seksuele geaardheid of genderidentiteit ontslagen mogen worden, reikt die uitspraak niet verder dan de werkvloer.

Joe Biden heeft uitgesproken een voorstander zijn van een door de Democraten opgestelde wet die álle discriminatie op basis van seksualiteit en gender moet verbieden. Deze Equality Act kent een lange geschiedenis, maar de meest recente poging om de wet door het parlement te loodsen was in 2015. Toenmalig president Barack Obama en diens toenmalige vicepresident Joe Biden steunden de wet, maar deze behaalde geen meerderheid.

Als vicepresident in de regering-Obama zette Biden zich al in voor LGBT+-rechten. Zo steunde hij de openstelling van het huwelijk nog vóór Obama zich hierover uitsprak. Toch is Biden niet altijd een bondgenoot van de LGBT+-gemeenschap geweest. Volgens de New York Times vroeg hij zich in 1973 hardop af of homoseksuelen in het leger een veiligheidsrisico zijn. Als senator stemde hij in de jaren ’90 voor een wet die het homohuwelijk afwijst en steunde hij een voorstel om scholen die zich inzetten voor de acceptatie van homoseksualiteit geen subsidie meer te geven.

Toch lijkt Biden met de tijdsgeest mee te bewegen. Op zijn campagnewebsite staat nu duidelijk dat hij de LGBT+-gemeenschap op alle mogelijke manieren wil steunen. In zijn eerste honderd dagen belooft hij zich volop in te zetten om de Equality Act door beide huizen van het parlement te loodsen. De jaren van terugval onder de regering-Trump lijken voorbij.