De Spanjaarden gingen afgelopen zondag voor de vierde keer in vier jaar tijd naar de stembus, in een poging de politieke impasse in het land te doorbreken. Zowel de linkse als rechtse partijen kunnen met de uitslag geen meerderheid vormen, dus gemakkelijk gaat het oplossen van die impasse niet worden.

De groei van Vox is opvallend, omdat de rechts-populistische partij bij de verkiezingen in april nog maar 24 zetels behaalde. De partij staat bekend als een tegenstander van het homohuwelijk, wat Spanje als derde land ter wereld in 2005 legaliseerde. Hoewel de partij officieel wel voorstander is van een geregistreerd partnerschap, keert de partij zich vaak tegen LHBT+-symbolen. Zo nam de partij een standpunt in tegen Pride: er werd geklaagd over het belastinggeld dat hieraan uitgegeven wordt en de ‘expansie’ van Pride-activiteiten. Vox keerde zich in het verleden ook tegen adoptie door koppels van hetzelfde geslacht en wilde de naam van een plein in Madrid dat vernoemd is naar een LHBT+-activist veranderen.

De huidige socialistische premier Pedro Sánchez, die zijn partij van 123 naar 120 zetels zag gaan, deed na de uiterst verdeelde verkiezingsuitslag een oproep naar zijn collega’s van andere partijen: “Hoe dan ook zullen we een progressieve regering vormen om uit deze impasse te komen. We roepen alle politieke partijen, behalve die tegen vreedzaam samenleve zijn en haat verspreiden, hiertoe op,” schrijft persbureau Reuters.

De voorman van Vox, Santiago Abascal, kreeg vanuit verschillende rechts-populistische partijen felicitaties. De Franse politica Marine Le Pen complimenteerde hem voor zijn “indrukwekkende oppositiewerk” en de Nederlandse Geert Wilders feliciteerde hem door een foto van hen samen te tweeten.